
Het is al pikkedonker als we de auto bij het verpleeghuis parkeren en onze instrumenten uitpakken. De verzorgers verwachten ons en lopen met ons mee naar de eerste huiskamer waar het Sinterklaasjournaal aan staat en er meteen gevraagd wordt of we sinterklaasliedjes komen zingen. Wanneer met hulp van de verzorgers de bewoners in een kring gaan zitten en wij ons achter op onze rolkrukjes installeren, zegt één van de bewoners “Ik hou helemaal niet van muziek”. Een verzorger stelt haar gerust en zodra iedereen een plekje heeft stellen we ons voor. “We komen u een Muzikale Nachtzoen brengen vanavond”.
Bij sommige bewoners zie ik wat herkenning. Veel liedjes worden zachtjes meegezongen en bij de gedichten wordt aandachtig geluisterd. Halverwege het programma wordt er nog een bewoner in bed bijgezet. Fijn dat ze dit ook mee kan maken. “Zie de maan schijnt door de bomen..“, de eerst zo nukkige bewoner zingt inmiddels alle liedjes mee en applaudiseert enthousiast na afloop. Ze bloeit helemaal op.
Aan het eind van de Muzikale Nachtzoen is het helemaal stil in de huiskamer. Zo stil, dat je bijna niets meer durft te zeggen, bang om de rust te verstoren. We bedanken iedereen, pakken onze spullen in en één van de verzorgers brengt ons naar de volgende groep.
Enkele bewoners schuiven nog aan en voor we het weten hebben we een heel koor om ons heen dat “Het leven is goed in m’n Brabantse land” luidkeels meezingt en klapt om vervolgens weer helemaal op gaan in de handmassage tijdens herkenbare pianomuziek. Tegen het einde van de Nachtzoen komt een bewoner in pyjama de huiskamer ingelopen. Ze lag al in bed, maar hoorde ons en wilde er toch nog even bij zijn. “Het was goed. Niet te kort en niet te lang.”, zegt een bewoner tevreden als we ons laatste lied gespeeld hebben. Een paar bewoners hielpen ons met spullen inpakken en bedankten ons wel tien keer. Ontzettend lief.
Nadat we de hoek om waren, uitgezwaaid door de bewoners, zag ik ook bij mijn collega een grote grijns op haar gezicht. “Dit was mijn mooiste nachtzoen tot nu toe”, zei ze. – Marleen
